Rafael Gorsen werd vooral bekend als religieus kunstenaar en een van zijn werken hangt in het Vaticaan. Zijn religieuze kunst kwam echter voort uit medelijden en niet uit de behoefte om een vrome overtuiging te tonen of bijbelse scènes te illustreren. Wat men ook van het christendom mag denken, de gegeselde man, het met doornen gekroonde hoofd, de onschuldige Christus aan het kruis genageld en dood, wordt door velen als een archetype beschouwd. GORSEN beeldde het lijden uit in de figuur van Christus, in reeksen die hun stempel drukten op de gedachten van mensen, omdat het menselijk lijden was waarnaar hij lange tijd verwees.
Maar deze heilige kunst werd bewust achtergelaten door de kunstenaar, die laconiek beweert dat hij ze niet meer nodig had. In werkelijkheid leidde de grote emotionele druk waaronder de schilder moest werken tot deze definitieve onderbreking. Het einde van de grote reeks religieuze kunst bleek een belangrijke stap in puur artistiek opzicht; vanaf dat moment sloeg de hedendaagse Belgische kunstenaar nieuwe wegen in. Feit is dat hij een voorkeur voor grote formaten aan de dag legt. Rafaël GORSEN schildert zelden (of nooit) zeer kleine werken, meestal zeer grote. Deze keuze van formaat is een fundamenteel recht dat de huidige Belgische schilder opeist.