Corneille wordt in 1922 als Guillaume Cornelis van Beverloo geboren in Luik. In 1940 verhuist hij naar Nederland, volgt een kunstopleiding aan de Amsterdamse Rijksacademie, sluit zich in 1948 aan bij de Experimentele Groep Holland en richt mede de Cobragroep op. Deze groep, die bestaat uit kunstenaars afkomstig uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam, keert zich af van het academisme en laat zich inspireren door kindertekeningen, tekeningen van geestelijk beperkten, primitieve kunst en volkskunst. De groep valt al in 1951 uiteen. Eerder al, in 1950, heeft Corneille zich in Parijs gevestigd, van waaruit zijn faam zich wereldwijd verspreidt.
In Corneilles werk uit de jaren vijftig en vroege jaren zestig spelen natuurelementen als stenen en rotsen een belangrijke rol. Veel van zijn werk uit deze periode laat geabstraheerde landschappen zien, gezien vanuit de lucht. Vanaf de tweede helft van de jaren zestig keert het figuratieve element in zijn werk terug.
In de loop van de jaren zeventig wordt de beeldentaal eenzijdiger. Veelkleurige composities met vrouwen, vogels en katten, aangezet met zware contouren, voeren de boventoon.
Gedurende zijn hele kunstenaarsloopbaan heeft Corneille inspiratie geput uit Cobra. Daarnaast haalde hij inspiratie uit zijn reizen naar exotische oorden als Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.