Dit werk laat het lijden zien tijdens het apartheids regime en is waarschijnlijk een van de eerste protest kunstwerken.
Cyril Fradan werd geboren in Johannesburg, Unie van Zuid-Afrika (nu Zuid-Afrika) in 1928. Hij verhuisde in 1960 naar Londen, waar hij abstracte schilderijen toonde die de aandacht vestigden op het lijden veroorzaakt door het apartheidsregime. Fradan, een bekende figuur in de Londense kunstscene van die tijd, hield vanaf 1979 een aantal jaren jaarlijkse kunst- en muziekfestivals in zijn huis in Holland Park.
Sommige schilderijen van Fradan beelden het lijden van Afrikanen onder de apartheid af, met als middelpunt een grote samenvatting die de pijn weergeeft van 69 Afrikanen die het jaar daarvoor zijn omgekomen bij het bloedbad in Sharpeville. Terwijl zijn doeken tentoongesteld waren, werd er een dreigbrief aan de ‘communist Fradan’ naar de Galerie gestuurd, waarin hem werd gewaarschuwd voor dergelijke afbeeldingen, waardoor hij voor zijn leven moest vrezen.
De Bantu Education Act van 1955 verbood zwarte Zuid-Afrikanen om tijdens de jaren van de apartheid een formele kunstopleiding te volgen en als gevolg daarvan werden de artistieke stromingen die uit deze gemeenschap voortkwamen tot voor kort duidelijk geclassificeerd als ‘ambacht’ in plaats van ‘kunst’.