Kleuren ets van Jan Cremer. Jaar: 1998. Titel: Toscana IV. In opdracht: Voor Rina. Oplage: EAP, II/IV. Afmetingen blad: H78.5 x b77cm. Afmetingen voorstelling: H49 x b54.5cm. Het werk is rechts onderaan, gesigneerd door de kunstenaar. De authenticiteit van het aangeboden werk wordt volledig gegarandeerd. Een certificaat van echtheid kan, op aanvraag, worden gemaild.
Bij aankoop kan het werk worden opgehaald in 's-Gravenzande ( vlakbij Den Haag(Scheveningen), Rotterdam en Delft en 5 minuten van het strand). De termijn voor het ophalen , bij vooruitbetaling, is zeer ruim, m.a.w. de koper kan het werk weken of zelfs maanden later ophalen en het zo mogelijk combineren met een bezoek aan één van de bovengenoemde steden of het strand. Het werk kan ook worden verstuurd via Swift(kleine kunst koerier).
Jan Cremer (Enschede, 20 april 1940) is een Nederlandse schrijver en beeldend kunstenaar. Jan Cremer is vooral bekend van de roman Ik, Jan Cremer uit 1964 en Ik Jan Cremer, tweede boek uit 1966. Zijn tweede boek is weleens vergeleken met On the Road van Jack Kerouac. Cremer heeft een scherp oor voor vulgair, humoristisch taalgebruik en oog voor de absurde kant van de Amerikaanse glamourwereld, wat hem verwant maakt aan Louis-Ferdinand Céline en Nathanael West, vooral in Ik, Jan Cremer Derde Boek en Made in U.S.A..
Levensloop
Jan Cremer genoot onderwijs aan de kunstacademies van Arnhem en Den Haag, waar hij gewoond heeft in de Annastraat.
Cremers literatuur en beeldende kunst vertonen opvallende overeenkomsten. Beide richten zich op het zich losmaken van traditionele esthetiek en eeuwenoude culturele bagage, zoals de volgende citaten illustreren:
"Ik lees niet, ik word gelezen."
"Rembrandt? Wie is dat? Ik heb geen verstand van wielrenners."
Jan Cremer met zijn boek Ik, Jan Cremer (1964)
Beide citaten onthullen zijn vermogen tot choqueren of op zijn minst aandacht trekken en zichzelf verkopen als een lefgozer met bewijsbaar talent (vgl. James Dean): cultuur als een last ervaren past in dit plaatje. Met name Ik Jan Cremer, maar ook zijn 'peinture barbarisme', vergelijkbaar met die van Karel Appel, schokkeerden. Acties als het hangen van een kaartje van fl 1.000.000,- aan een schilderij (hij was toen slechts 18 jaar) en het luid toeterend langs het boekenbal crossen hebben hem tot enfant terrible van de Nederlandse beeldende kunst en literatuur gemaakt.
De literaire relevantie van Cremers werk is vooral belichaamd in Ik Jan Cremer. Centraal daarbij is de bevrijding van de idealen van de jaren 50. Het is een voorbode van de vrije seks en wilde jaren 60. Dit verklaart waarom Cremer ook buiten Nederland veel gelezen werd. Ook dit leverde kritiek op. Over het boek werden Tweede Kamervragen gesteld, het werd fascistisch genoemd en voetbalvandalen werden beschuldigd van "Jan Cremerisme".
Cremer zelf werkte hier flink aan mee, omdat hij er de commerciële mogelijkheden van zag. Toen een ijverige politieman in Hengelo begin 1964 exemplaren van Ik Jan Cremer in beslag nam, verschenen in enkele dagbladen steunbetuigingen van bezorgde ouders. Ze bleken alle te zijn geschreven door Jan Cremer.
Cremer wordt door Remco Campert in diens novelle Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland gepersifleerd als het Roofdier, als een van de moderne schrijvers die Liesje gaat opzoeken. Hierin wordt Cremer omschreven als een agressieve rouwdouwer voor wie iedereen in het stof kruipt. Hij weet dat het om "munnie in de pokkut en een bebie in bed" gaat, en heeft in plaats van een auto dan ook een gouden helikopter. Van alle moderne schrijvers wordt hij gekenmerkt als de ergste: "hij is geen mens maar een beest".
In 1999 verscheen de verhalenbundel De Venus van Montparnasse, een verzameling van een twaalftal literaire reportages uit het journalistieke repertoire van Cremer.