Jan Sierhuis
(Amsterdam, 21 december 1928) is een Nederlandse kunstschilder.
Biografie
Sierhuis groeide op in de jaren van de depressie. Zijn vader overleed toen hij twee was. In zijn vroege jeugd boetseerde en tekende hij al en op zijn negende verjaardag kreeg hij een schilder set. Als jongen was hij vaak op zwerftocht door Amsterdam. Hij groeide op met de stadsgezichten zoals die van Israëls en Breitner. Hoewel Sierhuis de hele wereld over heeft gereisd, is hij zich altijd als een Amsterdammer blijven beschouwen. Hij bezocht de ambachtsschool om huisschilder te worden, waardoor hij veel materiaalkennis opdeed.
Hij stond samen met Appel, Corneille en Lucebert in het centrum van de naoorlogse ontwikkelingen in de kunst. In 1945 werd hij toegelaten op de avondopleiding van de Rijksacademie van beeldende kunsten, die hij na een conflict verliet. Hij was in 1947 betrokken bij de Experimentelen en in 1948 bij de CoBrA-groep. Hij was echter te jong om daarvan lid te worden.
Jan Sierhuis gaf in 1968 les aan Ateliers ’63 in Haarlem en was van 1970 tot 1979 als begeleider verbonden aan Psych polis, de Vrije Academie in Den Haag. In 1983 werd Sierhuis docent aan de Rietveld Academie en in 1984 aan de Rijksacademie, instituut voor praktijkstudie, beide te Amsterdam.
Sierhuis verkreeg voor zijn werk de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst, de Thérèse van Duyl-Schwartze portretprijs. In 1987 werd aan hem de Jeanne Oosting Prijs toegekend. Tevens krijg hij een eervolle vermelding bij de Prix de Rome. In 2002 werd hij Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Oplage kan anders zijn als op de Foto.